Eind 1945 kwamen 20 dames en heren, waaronder zeven witheren, in de abdij van Heeswijk bijeen om de Kunstkring Heeswijk op te richten. Binnen het jaar kreeg dit gezelschap de naam Kersouwe, oud-Brabants voor ‘madeliefje’. De Kunstkring nam al snel het besluit om in 1946 een openluchtspel te brengen. Door te kiezen voor openluchttoneel in plaats van zaaltoneel werd het tevens mogelijk om gemengd te spelen. Destijds bestond in deze streek namelijk een streng bisschoppelijk voorschrift dat stelde, dat per parochie slechts één vereniging gemengd mocht spelen in een zaal. Gemengde voorstellingen in de openlucht werden door de bisschoppen toegestaan als ze vóór zonsondergang waren afgelopen.