VOS

René Geelhoed uit Zonnemaire is van alle markten thuis: pop, rock, klassiek, covers, eigen werk, Engelstalig, en…. nu ook: Nederlandstalig! Met zijn nieuwe band VOS is hij op zoek naar een plek in de Nederlandse muziekscene.
Eerder was de naam René Geelhoed verbonden aan Vota Fonzie, The Royal Engineers, René Sebastian, De Zeevruchtjes, Makelove en Stones Sessions. Nu is er alwéér een nieuw muzikaal project. René: “Het zijn er wel veel, als je het zo snel noemt. Het is inherent aan muzikant zijn, dat je van project naar project hopt. Maar dit is ook een tijdlijn van een jaar of twaalf.”
Met VOS begeeft René zich op het terrein van de Nederlandstalige muziek. René: “Ik heb jarenlang een John Lennon willen zijn, dus in het Engels, omdat dat de voertaal van de popmuziek is. Toen ik voor een jeugdtheater liedjes ging maken in het Nederlands viel echt het kwartje. Wat is het toch eigenlijk gek dat je niet in je eigen taal zingt. Ongemerkt ga je dan toch iets dieper en kom je dichter bij jezelf.”
Voor mij is het een ode aan de nacht, waarin je wil verdwijnen, of juist de stilte op wil zoeken.
René Geelhoed (VOS) over de debuutsingle ‘Nachtvlinder’
Muzikaal legt René een link naar Doe Maar én The Beatles. “The Beatles qua songwriting, hoe liedjes zijn opgebouwd, instrumentarium, manier van spelen, akkoorden. Doe Maar is meer Henny Vrienten. Hoe hij tekst en muziek samen laat werken, heb ik altijd heel bijzonder gevonden.”
De naam VOS kwam op een heel aparte manier tot stand. René: “Bij mij thuis staat een kaart van een vos. Ik zat op een avond gewoon te eten en zag schuin naast m’n vriendin die kaart staan. En ik dacht: ‘dat is ‘m!’. Je kan heel lang op een naam broeden, maar ineens komt die gewoon tot je.”
De eerste single van VOS heet Nachtvlinder. René: “Nachtvlinder is een vriendelijk wezentje dat je twaalf uur ’s nachts nét dat duwtje in misschien wel de verkeerde of de goeie richting geeft, waardoor je dingen anders gaat benaderen of voelen. Voor mij is het een ode aan de nacht, waarin je wil verdwijnen, of juist de stilte op wil zoeken.”